Meldplicht seksuele intimidatie sportclubs

In de media verschijnen met regelmaat berichten over seksuele intimidatie en misbruik binnen sportverenigingen. Het is moeilijk te verteren dat dit vaak jarenlang plaats heeft kunnen vinden voordat het gesignaleerd werd. NOC*NSF, de aangesloten bonden en de ongeveer 25.000 clubs die ons land rijk is, hebben de plicht om seksuele intimidatie en misbruik zoveel mogelijk terug te dringen. Om die reden hebben de sportbonden besloten om een meldplicht in te voeren waardoor bestuurders en begeleiders verplicht worden vermoedens van seksuele intimidatie en misbruik te melden.

De gevolgen van seksueel misbruik en intimidatie zijn voor slachtoffers buitengewoon ingrijpend. Dat er nu meer zaken bekend worden, betekent dat er meer over wordt gesproken en dat is positief. Op die manier kunnen slachtoffers worden geholpen en daders bestraft. Uit onderzoek weten we dat de hoeveelheid slachtoffers vele malen groter is dan hetgeen nu bekend. Eén op acht sporters heeft ooit wel eens te maken gehad met seksuele intimidatie.

Melding bij VCP Nevobo

Per 1 april 2019 is de meldplicht opgenomen in het tuchtreglement seksuele intimidatie (artikel 3) bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR). Dit betekent dat dit van toepassing is voor alle (64) sportbonden die voor seksuele intimidatie zaken bij het ISR zijn aangesloten, waaronder de Nevobo. Meldingen bij de aanklager van ISR, zoals beschreven in artikel 3, verlopen via de Vertrouwenscontactpersoon (VCP) van de bond. Bij de Nevobo is dat Janine Pleizier, bereikbaar via janine.pleizier@nevobo.nl of 06 4631 7335.

De meldplicht houdt kort gezegd het volgende in:

Zodra iemand uit het bestuur van een vereniging of bond vermoedens heeft van een situatie waarin sprake is/ is geweest van seksuele intimidatie of seksueel misbruik, is hij of zij verplicht dit bij de bond te melden. Wanneer begeleiders iets weten, zijn zij verplicht dit te melden bij het bestuur van de vereniging.

'Gewone' leden krijgen een meldverantwoordelijkheid. Dat houdt in dat als er een vermoeden is van seksuele intimidatie of seksueel misbruik, er melding aan het bestuur moet worden gedaan tenzij dit niet verwacht kan worden van iemand.