Spelregels

Het minivolleybal bestaat uit zes verschillende spelniveaus, die ervoor zorgen dat kinderen stapje voor stapje leren volleyballen. Er wordt gevolleybald op een kleiner veld, met een lager net en een minder zware bal. Ook staan er bij een miniteam niet zes, maar slechts vier spelers in het veld. Dat is voor de mini’s leuker, omdat ze dan vaker de bal krijgen. Het minivolleybal wordt CMV genoemd: circulatie-minivolleybal, later omgedoopt tot Cool Moves Volley.

Het minivolleybal begint op niveau 1 met de basis: veel bewegen, vangen en gooien. Op ieder hoger niveau komt er steeds een volleybaltechniek bij. Elk volgend niveau leunt daarmee op de voorgaande niveaus. Het volleybal wordt daardoor stapje voor stapje aangeleerd en iedereen kan op zijn eigen niveau aan de competitie meedoen.

Niveau Leeftijd op 1 oktober Volleybalaccent
Niveau 1 Max. 6 jaar Vangen en gooien
Niveau 2 Max. 7 jaar Service (onderarms)
Niveau 3 Max. 8 jaar Pass (onderarms en bovenhands)
Niveau 4 Max. 9 jaar Service (bovenhands) en aanval
Niveau 5 Max. 10 jaar Aanval
Niveau 6 Max. 11 jaar Spelverdeling en blokkering

In de regio Haarlem wordt er op de niveaus 1 en 5 geen competitie gespeeld. De stap van niveau 1 naar niveau 2 is klein. In de praktijk gaan teams van niveau 1 binnen een maand naar niveau 2, waardoor er eigenlijk geen behoefte is aan competitiewedstrijden op niveau 1. Niveau 5 is een onlogische stap gebleken van niveau 4 naar niveau 6. De spelregels van niveau 5 zijn meer beperkend dan de spelregels van niveau 6, waardoor de verenigingen hun teams niet opgaven voor niveau 5. De stap van niveau 4 naar niveau 6 is een bewezen logische stap, zowel voor het plezier als voor de ontwikkeling van kinderen.

De spelregels voor de verschillende niveaus zijn in het informatieboekje te vinden.